Systemisch-filosofische perspectieven hebben de afgelopen jaren een revolutie teweeggebracht in de denkmodellen. De nieuwe uitdagingen voor het leren zijn niet alleen minder geïsoleerd, maar ook universeel, gedifferentieerd, specifiek en holistisch. De auteur analyseert theoretische en pragmatische benaderingen die oriëntaties en categorisaties in het continuüm van filosofie en wetenschap vertegenwoordigen en vooral verwijzen naar synergetica, zelforganisatie, 2e orde cybernetica (constructivisme) en hybridisatie. Zij wijst erop dat denkprocessen, leerprocessen en operatieve processen als correlatief- dynamische eenheden het objectgebied explicieter verklaren: Theorieën van redeneren en praktische aspecten van redeneren vloeien voort uit omstandigheden die dynamisch gebonden zijn door netwerken. Een belangrijk resultaat manifesteert zich in het feit dat de steeds complexer en dynamischer wordende processen verbanden vormen van nieuwe inzichten in de werkelijkheid in nieuwe netwerken. Dit heeft de neiging om een grote uitdaging van het heden - creativiteit - meer gerechtvaardigd te maken.